Van 'dood meer' naar kraamkamer voor vissen en watervogels - Ecoloog Joep de Leeuw onderzoekt het natuurherstellende effect van Marker Wadden

Joep de Leeuw is senior onderzoeker visecologie bij Wageningen Marine Research. Voor Natuurmonumenten onderzoekt hij het effect en de verdere ontwikkeling van Marker Wadden op het ecosysteem en de biodiversiteit in het Markermeer. Zijn focus ligt op de vissen, maar de vogels zijn hier onlosmakelijk mee verbonden. 'Gaat het goed met het leven onder water, dan gaat het ook goed met het leven boven het water.'

 

Het Markermeer stond lang bekend als 'dood meer'. Na de afsluiting door de Houtribdijk in 1976 was er geen verbinding meer met het IJsselmeer en dus ook geen doorstroming meer vanuit de IJssel. Hierdoor ontstond een dikke slibdeken met een verstikkend effect op het bodemleven, de plek waar de voedselketen begint. Toch was het Markermeer allesbehalve dood, vertelt Joep: 'Het klopt dat de stand van de vissen en daarmee ook van de vogels de afgelopen twintig jaar behoorlijk is achteruitgegaan. En daarvoor zijn allerlei menselijke oorzaken aan te wijzen. Tegelijk zien we dat het leven zich hier heeft aangepast aan de troebele omstandigheden en allerlei organismen hier nog prima kunnen groeien. De vraag is dan: hoe kun je die organische groei op een natuurlijke manier stimuleren, zodat het hele ecosysteem daar baat bij heeft? Nou, dat is precies waarom Marker Wadden is bedacht.'

Vogels zijn de ambassadeurs van het grotere verhaal.

Nieuwe natuur

Marker Wadden is een groep natuureilanden die tussen 2016 en 2021 is aangelegd met zand, klei en slib uit het Markermeer. Door de vele land-waterovergangen ontstaat nieuwe natuur met waterplanten en rietzomen waar vogels kunnen broeden en vissen kunnen paaien. Tegelijk zorgen de eilanden voor luwte, waardoor het slib eerder bezinkt en meer ruimte ontstaat voor hoger organisch leven, zoals plankton en schelpdieren. Ook hier profiteren bedreigde dieren- en plantensoorten van. Joep: 'Vissen en planten gedijen het beste in ondiep en geleidelijk aflopend water. De basaltdijken die het Markermeer omringen, lopen echter stijl naar beneden, tot drie à vier meter diepte. Daar groeit weinig. Met ons onderzoek proberen we erachter te komen of de natuurlijke oevers van de eilanden inderdaad vis aantrekken en ook wat de beste manier is om deze eilanden in te richten. Zo hebben we ontdekt dat sommige plekken heel veel last van erosie hebben en dat heeft weer effect op de beplanting en de bescherming die dit de vissen biedt. Dit betekent dat je bij de verdere ontwikkeling van de eilanden goed moet kijken naar het effect van alle wind- en waterstromen.'

Geulverbindingen

Joep is nu zo'n vier jaar actief in het gebied en heeft al veel positieve ontwikkelingen waargenomen. 'Je ziet dat er elk jaar meer waterplanten komen en dat dit ook andere vissoorten aantrekt. Dus behalve de gebruikelijke blankvoorntjes tellen we nu ook veel windes, ruisvoorns en zeelten in onze fuiken. Dat zijn echt soorten die van het riet afhankelijk zijn. Daarnaast is er in de afgelopen twee jaar een geulensysteem tussen de eilandoevers en het open water aangelegd, zodat ook grotere vissen in ondiep, voedselrijk water kunnen komen om eitjes af te zetten en hun nakomelingen weer naar dieper water kunnen zwemmen als ze volgroeid zijn. Tegelijk zien we ook roofvissen naar binnen zwemmen die zich daar weer tegoed doen aan de kleinere vissen. Zo ontstaat weer een heel nieuw ecologisch evenwicht.'

 

 

Meer vogelsoorten

Ook al lijkt het onderzoek van Joep zich toe te spitsen op vissen en waterplanten, het hogere doel van zijn opdrachtgever Natuurmonumenten is ook om het gebied rijker te laten worden aan vogelsoorten. 'Omdat dit een Natura 2000 gebied is, hebben we te maken met Europese verplichtingen om bepaalde vogelsoorten weer op peil te krijgen, zoals nonnetjes, grote zaagbekken, futen, visdieven, zwarte sterns, kluten en lepelaars. Marker Wadden is dus behalve kraamkamer voor vis ook een belangrijk voedsel- en broedgebied voor vogels; gaat het goed met het leven onder water, dan gaat het ook goed met het leven boven water. En vogels zijn nu eenmaal een stuk zichtbaarder en dus ook meetbaarder dan vissen en waterplanten. Dáár komen de toeristen voor naar het landschap. In dat opzicht zijn de vogels eigenlijk de ambassadeurs van het grotere verhaal. Namelijk dat je met het creëren van ondiepe zones en natuureilanden in het meer een boost kunt geven aan de soortenrijkdom in het hele gebied.'

Vervolgonderzoek

De grote vraag is nu of we voldoende van die ondiepe zones en natuureilanden hebben om van een meetbaar effect te kunnen spreken. En wat is de uitstraling van Marker Wadden op de rest van het meer en het Nationaal Park Nieuw Land in brede zin? Dat is het onderzoek waar we de komende vijf jaar aan gaan werken, samen met Deltares, Witteveen+Bos en andere partijen.

Andere interessante onderzoeken